Ik krijg regelmatig vragen over laagdrempelige diensten. Hoe organiseer
je die? Is daar een draaiboek voor? Waar moet je rekening mee houden?
Opzet
Op deze pagina zet ik een aantal dingen op een rijtje. Ik zal niet beweren
dat dit een compleet draaiboek biedt. Het is eerder een opzet, die je
in je eigen gemeente verder uit moet bouwen. Het is namelijk belangrijk
om het eigene van iedere gemeente recht te doen. Ook een laagdrempelige
kerkdienst is geen tovermiddel voor evangelisatie, dat in iedere situatie
ongewijzigd ingezet zou kunnen worden.
Start
Het belangrijkste is de bereidheid van de kerkraad om er echt voor te gaan
en een voorganger die het helemaal ziet zitten.
Deze twee elementen zijn onmisbaar om een start te maken. In mijn eigen
praktijk was dat zelfs zo ongeveer het enige waar we mee begonnen. Al het
andere is later pas aangegroeid.
De bereidheid van de kerkraad is een belangrijk onderdeel: dat heeft als
gevolg dat laagdrempelige dienstn niet in de gemeente 'verdedigd' hoeven te worden door een
initiatiefgroep, maar dat er een kerkraadsbesluit uitgevoerd kan worden.
Werkgroep
In de tijd dat ik hiermee begon, was er een 'werkgroep vriendendiensten' die de organisatie van de
laagdrempelige diensten (die we toen 'vriendendiensten' noemden) coördineerde. In die
tijd heb ik het volgende geleerd:
-
Zorg voor een werkgroep die de verantwoordelijkheid heeft voor de organisatie.
-
De samenstelling van de werkgroep is belangrijk: een vertegenwoordiger
van de kerkraad, iemand namens de liturgiecommissie en de predikant.
Daarnaast zoveel leden als nodig is voor het aansturen van diverse onderdelen.
-
De werkgroep komt regelmatig bijeen: ruim vóór een dienst die georganiseerd
moet worden, waarbij ook de laatstgehouden dienst geëvalueerd wordt.
Als er in de komende dienst een gastpredikant voorgaat, ligt het voor
de hand dat het kerkraadslid de contactpersoon is voor die gastpredikant.
-
Het is belangrijk om de organisatie simpel en doelgericht op te zetten.
Dat motiveert ook de medewerkers.
-
Vergader kort. Niet langer dan een uur. Al ligt het voor de hand dat er
in de beginfase wat meer vergaderingen en wat meer tijd nodig zijn.
-
Efficiënt vergaderen is mogelijk door de organisatie op te splitsen
in blokjes. Iedereen in de werkgroep kan dan verantwoordelijk gemaakt
worden voor een blokje en heeft de vrijheid om het blokje in te vullen,
daarvoor anderen aan te trekken, enz.
Uitvoering
Bij de uitvoering geldt een aantal praktische regels:
-
Laat laagdrempelige diensten qua opbouw lijken op gewone diensten, zodat ook
die -in een later stadium- vertrouwd aanvoelen. Bovendien bevordert dit de
acceptatie door de gemeente.
-
Bij laagdrempelige diensten wordt uitgelegd waarom we dingen doen en proberen we
het taalniveau niet-kerkelijk vorm te geven (geen jargon).
-
Fouten maken mag. Het is belangrijk om dit ook naar de gemeente toe te
communiceren. We moeten leren om laagdrempelig te worden. Met elkaar.
-
Bij laagdrempelige diensten is het goed en belangrijk om de gemeente in
te schakelen: laten gemeentleden binnen hun netwerk mensen uitnodigen
om mee te gaan. Dat kan bijvoorbeeld doordat gemeenteleden 2 weken
van te voren 2 uitnodigingen meekrijgen in vorm van een flyer. Die kunnen ze gebruiken
om hun vrienden, buren of collegas's uit te nodigen. Gebruiken ze de flyers niet, dan gaat hier toch
een vraag van uit: wat kun jij doen?
-
De diensten worden ook bekend gemaakt via posters: bij kerk en bij
gemeenteleden thuis op de ramen. Heb je een relatie uitgenodigd, maar
gaat hij niet mee, dan laat je toch in je buurt zien dat er mogelijkheden
blijven. Het is mijn ervaring dat verschillende mensen uit de buurt van
de kerk gehoor gegeven hebben aan de uitnodigingen via posters. Een aantal
komt, juist bij een laagdrempelige dienst, zodoende regelmatig in de kerk.
-
Napraten is een belangrijke mogelijkheid: je kunt daarvoor speciaal mensen
(herkenbaar aan badges) aanstellen. Zij zijn beschikbaar voor gesprekken
en om samen te bidden. Dit kan ongedwongen vorm krijgen, als er na afloop
van de dienst gelegenheid is om te blijven voor een kop koffie.
-
Als er geen beamer is: zorg voor een liturgieblad, dat uitgedeeld kan
worden of klaargelegd kan worden op de stoelen.
-
Laagdrempelige diensten moeten -zo heeft de ervaring intussen geleerd- met
een vaste regelmaat gehouden worden: bijvoorbeeld iedere 1e zondag van
de maand op een vast tijdstip.
Gemeente
Informeer de gemeente. En blijf de gemeente informeren: bij iedere laatdrempelige
dienst weer. Een logo zorgt daarbij voor een stuk noodzakelijke herkenbaarheid.
Zoals hierboven ook al aangegeven: probeer de gemeenteleden te activeren
door (twee weken) van tevoren aan iedereen een paar flyers aan te reiken, waarmee
vrienden of andere relates uitgenodigd kunnen worden.
Bij het voorbereiden van de eerste vriendendienst hebben we een formulier
in de gemeente verspreid, waarop nog eens kort werd aangegeven wat er
zou gaan gebeuren en wat de bedoeling was. Op het formulier konden gemeenteleden
ook aangeven op welke manier ze bereid waren hun medewerking te verlenen.
Informatie en betrokkenheid op één A4-tje!
Thema's
Het werken met centrale thema's geeft een lijn en daarmee herkenbaarheid.
Bijvoorbeeld: 'Liefde is ...', 'Jezus', 'Onderweg'.
Voor iedere dienst kan dan per keer een subthema vastgesteld.
De posters en flyers (identiek, alleen het formaat is verschillend) kunnen
zodoende ook per seizoen (thema) gedrukt worden (voordeliger...). De
invulling van het subthema, tijd en datum kunnen dan per dienst
'in-gekopieerd' worden.
|